'Stille Waters': het boek en de podcast
Een rijke traditie
Het Land van Waas en het Land van Dendermonde zijn bijzonder waterrijke regio’s met de stromen Schelde, Durme en Dender in de hoofdrol. Hun invloed op het landschap en op de historische ontwikkeling van de regio staan als een paal boven water. Naast deze rivieren wordt het landschap gekenmerkt door tal van andere, kleinere waterelementen: beken, grachten, gekanaliseerde waterlopen en stilstaande waterpartijen. Veel van deze waterelementen vervulden voor onze voorouders diverse functies. Eén van deze functies bestond uit het roten van vlas.
Vlasrootputten zijn kleine, gegraven of deels natuurlijke waterpartijen waarin men de vlasvezels losweekte van de houtige kern om ze vervolgens te verwerken tot linnen. In het Land van Waas en het Land van Dendermonde was het landschap van minstens de late middeleeuwen tot ongeveer het midden van de 20e eeuw bezaaid met vlasrootputten. Deze regio’s vormden immers één van de belangrijkste vlasgewesten: minstens 10% van de oppervlakte was bestemd voor de vlasteelt. Dendermonde, Sint-Niklaas en Lokeren waren belangrijke vlascentra, met Lokeren befaamd om zijn zogenaamd “blauwe vlas”. De uitstekende reputatie van dit vlas, dat steevast een hoge marktprijs kreeg, zou te danken zijn aan het typische vlasroten in putten.
Waar het roten van vlas in de Leie bij Kortrijk – het 19e en 20e- eeuwse epicentrum van de vlasteelt en de vlasverwerking – goed gedocumenteerd is, is dit voor onze Oost-Vlaamse regio een stuk minder het geval. Door onze voorouders beschouwd als banale elementen in het landschap, zijn de rootputten en de karweien in en rond het water amper gedocumenteerd. De laatste getuigen van het gebruik van de poelen of grachten zijn intussen hoogbejaard, waardoor de herinnering aan deze typische landschapselementen en de praktijken dreigen verloren te gaan. Dit project brengt hier verandering in.